Rode kool met appeltjes

Een typisch Nederlands gerecht door de combinatie van zout, zuur, zoet en kruidnagels.

Ingrediënten voor 8 alleseters of 4 vegetariërs

Bereiding

Verwijder de buitenste lelijke bladen van de kool en was hem. Snijd hem met een groot mes in de lengte in vieren. Verwijder de stronk en de dikste witte nerven en snijd elk kwart nog een keer in de lengte in tweeën of drieën. Snijd alle kool zo fijn mogelijk. U houdt ongeveer een kilo kool over. Breng de rode kool in een grote pan aan de kook met een liter water. De kool hoeft niet onder te staan. Verpulver het zout, de kruidnagels, peperkorrels, jeneverbessen samen in een vijzel of plet ze door er met een fles over te rollen. Doe het mengsel samen met de laurierblaadjes bij de kool. Roer om en laat 20 minuten zachtjes doorkoken met het deksel op de pan.

Snijd ondertussen de uien fijn en fruit de ui in een grote koekenpan gaar en lichtbruin in een grote klont boter. Schil de appelen, snijd ze in vieren, verwijder het klokhuis, en snijd elk partje appel weer in vieren of in zessen. Giet de kool af en verwijder de laurierblaadjes en eventuele hele kruidnagels. Schep de gefruite uien en de stukjes appel erbij en voeg twee eetlepels suiker toe. Roer alles goed om, voeg indien nodig nog wat boter toe. Laat de kool nog een half uur zachtjes stoven zonder deksel en roer af en toe om. Doe er dan 3 eetlepels azijn door en blijf goed omroeren tot de azijngeur verdwijnt. Direct opdienen. Lekker met aardappelpuree en gehaktballen, gebakken bloedworst of suddervlees.